Een archeoloog op zoek naar moedergodinnen


31-03-2011 door jannemarie,

Zeg ‘archeoloog’ en je ziet een man of vrouw, voeten gestoken in rubber laarzen, schepje in de hand, gebogen over een minuscuul scherfje van gebakken klei. Een vak waarmee met geduld, precisie, verbeelding en speurdersneus de geschiedenis – van gisteren tot duizenden jaren geleden – wordt blootgelegd en beschreven.

Ik ken zo’n archeoloog. Louis Swinkels. Niet dagelijks op zoek in de grond naar schatten, maar als conservator archeologie bij Museum Het Valkhof in Nijmegen verantwoordelijk voor de Romeinse collectie. Daar hoort ook het informeren van bezoekers tijdens het ‘Spreekuur’ bij, een soort ‘Tussen Kunst & Kitsch’ maar dan zónder prijsbepaling.

Onlangs kwam een echtpaar op het spreekuur met een beeldje, dat Louis herkende als ‘Drie Moedergodinnen’. Een stenen altaartje met drie naast elkaar zittende vrouwen, waarvan de herkomst – tijdstip en plaats – onbekend was. Antieke bronnen noemen de beeldjes nauwelijks, dus reconstructie kan alleen aan de hand van de bestaande en gedocumenteerde monumenten. Als een ware detective ging Louis wekenlang op zoek via geschreven en digitale bronnen.

Vertrekpunt was de oudste en nog steeds als beste aangemerkte catalogus, waarin alle tot dan toe bekende Moedergodinnen systematisch beschreven staan: ‘Moedergodinnen uit de Oudheid’ uit 1846, van jurist Johan de Wal. De Wal beschrijft de twee soorten moedergodinnen: ‘Matres’ (= Aan de Moeder) en ‘Matronae’ (= Voorname Vrouw). Matres zijn gevonden bij de muur van Hadrianus (Engeland), het Rhônedal en Noord-Spanje; Matronae in het achterland van Keulen-Bon-Nijmegen en Noord-Italië. De beeldengroepen verschillen in detail, attributen en iconografie. Sommige Moedergodinnen (de Keulse) hebben enorm grote hoeden en schalen met vruchten op de schoot; Franse beelden tonen soms godinnen met ontblote borst, een ingebakerd kindje op schoot, een sponsje en schaal.

Louis vond het ‘spreekuurbeeldje’ op de Franse groep lijken en zocht verder in een monumentaal werk van de Franse archeoloog Émile Esperandieu. Een gouden greep, zo bleek. In dit uit 11 delen bestaand boekwerk (1907-1938) met 2081 foto’s van altaartjes stond inderdaad de afbeelding van het spreekuurbeeldje.
De ‘Memoires van de Societé d’Archologie de Beaune’ tenslotte bleek de sleutel tot het laatste geheim: hoe kwam het beeldje van Frankrijk in Nederland terecht? Het boek bevat gedetailleerde verslagen van de bijeenkomsten van een archeologisch genootschap uit Beaune, opgericht in 1851 en nog steeds actief. Onmogelijk om alle verslagen door te nemen, maar gelukkig trof Louis op een Franse website een verslag van de maand april 1907. Hierin wordt door ene Mr. Molin, secretaris van het genootschap, beschreven hoe de eigenaar van het beeldje – Mr. St. Nicolas – geen geld had om het te kopen, waardoor het in particulier bezit kwam. Uiteindelijk is het via de particuliere kunsthandel in Nederland terecht gekomen, waar het bewuste echtpaar het aangekocht heeft.

De speurtocht van Louis heeft ertoe geleid dat de gegevens na 100 jaar eindelijk weer beschikbaar zijn voor de archeologische wetenschap: de Societé in Beaune heeft Louis’ gegevens inmiddels opgenomen in hun databank.

Overigens: wie denkt dat Moedergodinnen iets van vroeger waren, heeft het mis: in de omgeving van Keulen staan drie replica’s van Moedergodinnen, nog steeds geëerd door bezoekers met bloemen en lampjes bij de beelden en lapjes in de bomen.

 

 


8 Reacties op “Een archeoloog op zoek naar moedergodinnen”

  1. theo says:

    Mooi verhaal en leuk voor Louis, had er in het museum nog niets over gehoord.

    groetjes Theo

    • jannemarie says:

      Hoi Theo, Dank voor je aardige reactie. Dit verhaal vertelde Louis afgelopen zaterdag tijdens de jaarlijkse Vriendendag, toen ik toevallig ook het museum bezocht. Ben toen even aangeschoven in de Aula, vandaar. Komt wellicht nog in jullie nieuwsbrief…?

  2. Hans Brekelmans says:

    Hallo Jannemarie,
    Hoe het verhaal van een beeldje en een reeks gebeurtenissen ook spannend kan zijn zonder dat er een prijskaartje van `kunst en kitsch` aanhangt, bewijst jou blog.
    Groet Hans

  3. AS Creation Tapetenfabrik says:

    Guten Tag Frau van den Brand

    Ihre Geschichte zu lesen macht wahrscheinlich sogar noch mehr Spaß, als tatsächlich die Reise zu unternehmen und eine weite Srecke zu fahren !
    Schreiben Sie auch Bücher mit kunsthistorische Abenteuer ?
    In dem Fall möchte ich die gerne kennnen lernen.
    Herzlichen Gruß und machen Sie Bitte so weiter.
    Ich kann Ihnen einen Tipp geben falls Sie in der Gegend von Hamburg seien würden : 2 ausstellungen von Gerhard richter.
    Ihr Meineung würde mich sehr interessieren !

    Gruß, Mark Wasserföhr

  4. Jannemarie says:

    Dear mr, Wasserföhr, Thank you very much for your kind reaction. In reply to your remarks: I have not written any art-historian books, but I do write about exhibitions. Therefore, I kindly thank your for your tip to visit the exhibition of Gerhard Richter in Hamburg. If so, I will of course inform you on this. Kind regards, Jannemarie

  5. isabelle herbelijn says:

    Hoe groot is zo’n beeldje ongeveer? Of hoe klein? Ging dat mee het graf in of was het voor een altaar? Of heilige plek ofzo?

    • jannemarie says:

      Beste Isabelle, Zo’n beeldje kan klein zijn (8-10 cm), maar ook zo groot als een grafsteen (zie foto’s hierboven)en werd gebruikt bij rituelen en vruchtbaarheidscultussen. ALs je klikt op de link “Drie Moedergodinnen’ krijg je meer informatie. Een lezer van dit blog tipte me het boek “Van moedergodin tot heks” van auteur A.D. Brouwer,wat ze erg interessant vond.