Kunstdiscussies aan de Wilhelminatafel


01-07-2011 door jannemarie,

Deze week mocht ik een presentatie houden voor een select gezelschap van ondernemers tijdens ‘De Wilhelminatafel’; een netwerkvorm georganiseerd door de Utrechtse ondernemer Dion Bartels in restaurant Wilhelminapark van topkok Jon Sistermans.

Kernvraag:  leiden de huidige bezuinigingen tot creatieve, nieuwe vormen van cultureel ondernemerschap of juist tot een onherstelbare kaalslag voor de cultuursector? Moet je experimentele vormen van kunst steunen ten behoeve van het behoud van culturele diversiteit? Of is het juist goed dat kunstenaars, muzikanten, acteurs en schrijvers gedwongen worden naar andere financieringsmiddelen te zoeken? Het onderwerp krijgt vandaag een onverhoeds actuele dimensie:  Els Swaab – voorzitter van De Raad voor Cultuur – en de commissie Podiumkunsten stappen op, omdat geen gehoor is gegeven aan het advies van de Raad, waaronder het stapsgewijs invoeren van de bezuinigingen.

1. De bezuinigingen
Staatssecretaris Halbe Zijlstra zal per 2013 voor 200 miljoen euro bezuinigen op de kunst- en cultuursector, op een begroting van 900 miljoen. Ter vergelijk: in 2001 was het budget 500 miljoen, in 2005 700 miljoen. Verder wordt de btw op de entree van culturele instellingen en de aankoop van kunstwerken verhoogd van 6% naar 19% en stopt de subsidie voor de Cultuurkaart voor jongeren.

2. Vormen van cultureel ondernemerschap
‘Cultureel ondernemerschap’ lijkt een nieuw credo, maar is al jaren een onmisbaar onderdeel van bedrijfsvoering binnen de kunst- en cultuursector.
Tijdens mijn werk bij Museum Het Valkhof bleken blockbusters een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente Nijmegen en werden een tool voor CityMarketing.
Mecenaatschap is al eeuwen oud; in het 16e eeuwse Leiden gaven 30 rijke families opdrachten aan kunstenaars, waaronder Lucas van Leyden, en trokken zo toptalent aan. Hedendaagse mecenassen zijn Han Nefkens voor museum Boijmans van Beuningen en Joop van den Ende met de VanDenEnde Foundation ((o.a. DeLaMar Theater). Goede doelen loterij de BankGiroLoterij schonk in 2010 bijna 60 miljoen euro voor 57 instellingen.
Het Concertgebouw is inventief met de Begunstigerskringen (Bachkring donatie vanaf 1 miljoen) en de Amsterdamse Stadschouwburg werft financiers voor een nieuwe zaal middels de actie ‘Geef een stoel kado’. Rijksmuseum Twente tenslotte is het eerste Nederlandse museum dat via Crowdfunding in 4 weken 58.000 euro vergaarde onder particulieren voor de aankoop van een 18e eeuws schilderij.

3. Pleidooi voor ondersteuning experimentele kunsten
Hoewel cultureel ondernemerschap een goede zaak is, vind ik dat ook ruimte gelaten moet worden voor experimentele kunst-  en cultuuruitingen. Zonder steun kunnen ze amper overleven, juist omdat ze zich niet richten op ‘het grote publiek’, maar werken vanuit intrinsiek-artistieke waarden. Deze kleine avant-garde gezelschappen, individuele kunstenaars, musici en schrijvers zijn het zout in de pap en dienen ter inspiratie voor anderen.

Kunst laat zich niet altijd vertalen in geld of concreet meetbaar resultaat. Kunst biedt – mij althans – verlichting en troost, herkenning en erkenning voor onnoembare, diepere lagen, waar een kunstenaar woorden, geluiden, beelden aan geeft. Hoe meer variatie, hoe meer mensen zich in de genuanceerde, complexe werkelijkheid kunnen herkennen.

In een advertentie van de ‘Mars der Beschaving‘ stond het volgende citaat. Toen Winston Churchill in de 2e WO gevraagd werd te bezuinigen op de kunst vanwege de huizenhoge oorlogsuitgaven, was zijn antwoord: “Maar waar vechten we dan voor?”
Het moge duidelijk zijn dat de discussie over dit onderwerp – Raymond van den Boogaard van NRC spreekt van “een  ideologisch debat” – nog lang niet uitgewoed is…

 


8 Reacties op “Kunstdiscussies aan de Wilhelminatafel”

  1. brittje daniels says:

    Met interesse las ik het verslag van de lezing: Leuk eraan is dat hier 2 kanten belicht worden zoals ik die in de afgelopen week ook aan de lijve ondervond:Op een ipod hoorde ik Robbert Jan Dijkgraaf in een column kond doen van de noodzaak van diversiteit op alle terreinen zoals dat in de natuur ook een noodzakelijke voorwaarde is om het ‘less is more’ ( _’…dat tegenwoordig in een less is less,: alléén cola, aléén boer zoekt vrouw, alléén macdonald…(sic) is verkeerd…’- R.J.D.) als de finale uitkomst van een diverse opeenstapeling van laag naar hoog, te behouden.( en behoeden ).
    Dus: door veelzijdigheid onstaat die éne waardevolle schat.
    In de fabriek waar ik werk en wij voor de massa produceren, wordt parallel bij wijze van meceanaat behang ontwikkeld in kleine oplage dat door de kunstenaar Partenheimer is ontworpen. Samen met een collectie vazen dat in de nYmfenborg Porceleinfabriek in München wordt geproduceerd, de opmaat voor een fijne tentoonstelling in het Mies van der Rohe huis in Berlijn (http://bit.ly/Partenheimer). Hoe kunst en commercie samengaan!

    • Jannemarie says:

      Beste Brittje, Hartelijk dank voor je uitgebreide en aanvullende reactie. Heel interessant te lezen over je praktijkvoorbeeld van de sponsoring van de kunstenaarscollectie in kleine oplage. Wordt dat behang ook aan particulieren verkocht, of is het alleen voor de expositie gemaakt? Mooie uitspraak ook: “Less is less”, Hartelijke groet, Jannemarie

  2. In de marketingtheorie is de Boston-matrix een heel bekend model dat de cyclus laat zien waaraan alle producten en diensten onderhevig zijn tijdens “hun leven”. Uitgangspunt is dat alle producten en diensten een eindige levensloop hebben. Er zijn marketingtechnieken waarmee deze weliswaar kan worden verlengd, maar uiteindelijk valt het doek voor elk product of elke dienst. Om deze reden is het nodig dat een bedrijf altijd de beschikking heeft over jonge en nieuwe producten of diensten, die kunnen uitgroeien tot volwassen aanbod. Als de ontwikkeling van nieuw aanbod stagneert, dan drogen uiteindelijk ook de inkomsten op, omdat er simpelweg geen aanbod meer is waarmee geld kan worden verdiend. Als vertaling naar de cultuursector: zonder voortdurende innovatie verschraalt het aanbod van de sector. Vandaar het grote belang van een continue aandacht voor innovatie. Wat mij betreft zijn in de cultuursector de experimenten een belangrijke bron van innovatie. En dat rechtvaardigt wat mij betreft zeker ook subsidiëring.

    Voor de duidelijkheid, ik ben een groot voorstander van maatschappelijk ondernemen in de cultuursector! Mijn zorg is dat ondernemen (en bijvoorbeeld marktwerking of klantgerichtheid) wat al te snel op tafel wordt gelegd als oplossing voor alle mogelijke problemen. Onder meer om deze reden ontwikkelde ik voor non-profitorganisaties een instrument dat inzicht geeft in de wenselijkheid en mogelijkheid van ondernemen. Zodat duidelijk wordt wat een organisatie wel of niet mag verwachten van ondernemerschap. Voor een artikel hierover verwijs ik graag naar de tips & tools pagina van mijn website http://www.quantanpm.nl. Zie het artikel’De wenselijkheid van ondernemerschap’.

    • Jannemarie says:

      Beste Jos, Bedankt voor je uitgebreide en zinvolle bijdrage aan deze discussie! En ook voor de tips op je site. Hartelijke groet, Jannemarie

      • Dank voor deze rustige en gebalanceerde discussie. Het is een oase in de door hoge emoties soms wat overdreven reacties (overigens over en weer worden bijzonder pijnlijke dingen geuit door voor en tegenstanders van de bezuinigingen.)
        Als kleine theaterorganisatie ondervind ik dat het ondernemen in cultuurland niet eenvoudig is en dat er hele andere processen meespelen dan in het bedrijfsleven. De drive om iets te maken, spelen of vormen zonder dat je er echt ook maar een cent mee verdient, is iets wat – naar mijn ervaring – in het bedrijfsleven soms als vreemd wordt ervaren. Voor de meeste – zo niet alle – jonge artiesten geldt dat ze in hun kunstenaars bestaan erg veel baantjes doen om inhoud te geven aan die drive, die toch de hoofdzaak in hun leven is. Ik ben dan ook echt niet bang dat de kunsten zullen afsterven door de huidige bezuinigingen.
        Laten we eerlijk zijn als kunstinstellingen en kunstenaars: je moet gewoon een beetje gek zijn om voor dat moment van waardering, die lach, die mooie recensie, die brief, die traan, het allemaal over te hebben. En dat valt niet altijd uit te leggen.
        Maar van groot belang is dat het publiek blijft komen om juist dat aan ons te geven.
        Ons Engelstalige internationale theaterprogramma van theatermakers uit de hele wereld vind je op http://www.theenglishtheatre.nl

        • jannemarie says:

          Beste Elske, Ik weet inderdaad uit ervaring dat werken binnen de kunst- en cultuursector vaak ook werken is vanuit een grote passie en (com)passie; geld voor jezelf staat op een tweede plan, want het product en de betrokkenheid (samen iets neerzetten) geeft zoveel voldoening. Succes met je theaterorganisatie!

  3. Recent hield ik een presentatie voor het K.F. Heinfonds en haar besturen. Er worden in Utrecht zo’n 24 culturele instellingen direct getroffen door de landelijke, provinciale en lokale bezuinigingen. Een aantal instellingen wordt met opheffing bedreigd. Wat men zich veelal niet realiseert is dat de landelijke bezuinigingen maken dat de provincie en de lokale politiek daarmee met de rug tegen de muur worden gezet en hierdoor tot keuzes moet komen, waar zij zich in de kern niet mee kan verenigen. Want als de overheid al besluit om haar rijksbijdrage te beëindigen en de provincie stelt andere prioriteiten, dan lukt het natuurlijk nooit om via de gemeentelijke bijdragen de getroffen instellingen toch nog overeind te houden. En dit geldt vervolgens ook voor de diverse fondsen. Al met al dus enorme gevolgen!

    • Jannemarie says:

      Hoi Marion, Dank voor je interessante aanvulling met betrekking tot de gevolgen van de bezuinigingen voor de lokale politiek en de Utrechtse culturele instellingen.